Als je vanaf je geboorte al doof bent, of ieder willekeurige andere aandoening heb, zeggen we vaak ‘dan weet je niet beter’. Eigenlijk is dat best raar. Waar word met dat “weten” aan gerefereerd, aan het doof zijn zelf of wat het betekent om doof te zijn? Iedereen weet wat doofheid is, maar niemand weet wat het betekent om het te hebben. Ook degene niet of althans beperkt die met doofheid geboren is. Vervang het woord doof met “leven”. Weet jij wat het betekent om “te leven” en hoe dat jouw toekomst bepaald? Nee! Of je vanaf je geboorte doof bent of op latere leeftijd doof word, uiteindelijk worden beide geconfronteerd met de gevolgen en zal je daar invulling aan moeten geven.
Waar je bij geboorte afhankelijk bent hoe je ouders jouw toekomst vorm geven en daarmee bepalen of je goed mee kan komen of op achterstand raakt, is het voordeel op latere leeftijd dat je meer vanuit onbevangenheid een zelfbeeld heb kunnen vormen en daar op terug kan vallen. In dat geval maakt je dat veerkrachtiger. Maar vaak is zo’n verandering een big life-event. Je hebt het leven ervoor en erna. Erna volgt een grote worsteling, waar je gedachten en ideeën over de toekomst helemaal in duigen vallen. Je moet jezelf opnieuw zien te vinden. Oude kaders en geloofssystemen worden verder afgebroken, ze voldoen niet meer. Je blijft worstelen naar hoe dan wel, je wilt nieuwe kaders en geloofssystemen, meer geraffineerd, meer oog voor details en meer openingen voor andere waarheden. Uiteindelijk beginnen ze wel met bouwen alleen komt dat bouwwerk nooit af. Dat bouwwerk ontstaat door een groter bewustzijn waardoor bijvoorbeeld de relaties met anderen intenser word of dat je andere nieuwe inzichten krijgt die nieuwe mogelijkheden scheppen voor je. Die verandering vertegenwoordig groei.
In de film zie je dat het kind een duidelijke progressie maken door als gevolg door gebruik van gebarentaal. Opeens kan ze haar specifieke wensen kenbaar maken. Ze kan ook een gesprek hebben met iemand anders voeren die ook de gebarentaal kent. Je ziet haar helemaal opleven. Deze progressie word maar in beperkte mate opgemerkt door de opvoeders. Zij zien de meerwaarde van gebarentaal niet of beperkt in omdat de meeste mensen ook geen gebarentaal spreken en liplezen dus veel belangrijker vinden.
Aan het einde van de film word aangegeven dat 90% van de doven worden geboren bij mensen die kunnen horen. De meeste kinderen 78% volgen het normale onderwijs zonder specialistische ondersteuning. Maatschappelijk gezien ontnemen we van deze kinderen hun toekomstkansen. Terwijl hun mogelijkheden niet onder hoeven te doen dan “normale” kinderen.
Zo zie je dat je identiteit en maatschappelijke kansen sterk word bepaald door je omgeving en hun geloofssystemen. Dat je doof geboren ben is een handicap maar dat het een beperking word is een maatschappelijke keuze. Wat overigen voor veel soorten handicaps een aandoeningen geldt.
Geef een reactie